Getuigenis van familie Hertog
Menno en ik en onze kinderen hebben zeker een getuigenis te geven.
Ten eerste dat ons leven te danken is aan onze Vader.
De manier hoe het leven verlopen is.
Eerst begin ik bij het begin van mij kant uit.
Mijn opa evangeliseerde in Dordrecht onder de prostituees en daklozen.
Hij ging samen met andere broeders uit de evangelische broeder gemeente uit die tijd naar de bossen in Dordrecht.
Met zijn bijbel onder zijn armen ging hij de bossen in waar deze mensen aanwezig waren.
Daar verkondigde hij het evangelie.
Ook mijn overgroot vader deed dit.
Door de generaties heen,bracht God deze bediening bij mij.
Mijn moeder en ik gingen naar een pinkstergemeente in Amsterdam.
Daar was er een broeder die vroeg of er mensen waren die wilde koken voor prostituees en junkies.
Mijn moeder die voelde zo om dit te gaan doen.
Zo begonnen wij om soep te maken voor iedere maandag en werd het in Amsterdam op de Wallen rond gegeven aan jongens die echt bijna dood gingen aan drugs en zwaar verslaafde.
Na dat we dit ongeveer 1 jaar hadden gedaan vond ik dat het niet bij soep moest blijven.
Dan belde ik Roy Gramphon op de oprichter van J.C.Y.L. en voeg hem om een brief te maken waar in stond of er bedrijven wilden gaan doneren.
De volgende dag heb ik deze brief ongeveer 40x gekopieerd bij de supermarkt.
Daarna ging ik in gebed en vroeg om een doorbraak en een wonder.
Toen ging ik naar het food centrum en ging een heleboel bedrijven af.
De donaties stroomde binnen het was bijna niet meer te vervoeren.
Dus kwam de stichting op een idee een vrachtwagen over te laten komen.
Pallets vol werden hier in gestopt zoals blikjes Fernandes sinas koekjes bonbons en zelfs kant en klare maaltijden.
De Wallen werd gezegend met Gods woord en we gingen met een bijbel onder onze arm de mensen uit nodigen.
Daar kwamen ze ,zwaar verslaafd en konden het leven niet meer aan,sommige leken wel wandelende geraamtes.
De jongens gingen aan tafel en aten zich helemaal vol.
Wat er zo mooi was dat er een heel team was die daar tijdens deze maaltijd aan het bidden was.
Voor de maaltijd gingen we eerst in tongen bidden en vragen voor bescherming.
Voor de maaltijd moest je de mensen gaan zoeken en dat was heel zwaar.
Sommige van het team voelde zich niet daar toe geroepen.
Maar ik wou dit echt doen omdat ik voelde dat er een engelenmacht met mij ging.
Dan liep ik door de straten te bidden in tongen en zocht.
De plekken kende ik al zo een beetje omdat we wekelijks gingen.
En dan kwam de zalving.
één van deze moment was dat er een man riep heeee je bent toch Laura hé Laura !!!!!
Nou het zweet brak mij uit ik dacht hoe kan dat nou en waar kwam dat roepen vandaan.
He man ik ken jou joh jij bent van die kapsalon uit Leidschendam.
Daar draaide ik mij om en ik keek naar de jongen en ik wist niet wie hij was.
Opeens terwijl ik hem aan keek schrok ik vreselijk.
O nee er was eens een afkick kliniek die bij mij in de Kapsalon eten kwam halen De Rots uit Amstelveen van Ivette Lont.
Deze jongen was mee gegaan toen die tijd om al de donaties op te halen.
De donaties overspoelde ons vandaar dat we weer weg konden geven aan andere.
En wat mooi was dat de zegeningen ontelbaar werden omdat we zelfs kerken belden en de voedselbank om spullen te halen bij de kapsalon.
De Kapsalon kreeg een bij naam de huiskamer en de groenteman.
Iedere klant kreeg een tas vol vruchten mee en groentes.
Alle buren waren op de hoogte en hele dozen werden in de morgen gebracht voor de deur.
Zo overvloedig gaf God zijn zegeningen.
Maar goed om terug te komen op die jongen anders dwalen we af van het punt waar het om ging.
Deze jongen was dus terug gevallen en liep dus weer een tijd later op de Wallen.
Zwaar aan de hardrugs ondervoed helemaal skinnie en broodmager zonder geld en erg ziek.
Die avond wist ik dit is God niemand wist van mijn kapsalon af daar en niemand kenden mij waar ik vandaan kwam.
De bijnaam van mij was wel de hollandse vrouw ivm dat er heel veel surinaamse hulpverleners waren bij J.C.Y.L. en ik 1 van de weinige blanke was.
De jongen keek en ik vloog om zijn nek en nam hem mee naar de kelder van J.C.Y.L. waar alle tafels gedekt waren.
O man het verdriet in zijn ogen was niet uit te leggen.
Snel gaven we hem eten drinken bakkie koffie en schoenen en een jas en deken voor de nacht.
We boden hem aan om terug te gaan naar een kliniek,maar daar moest hij over na denken.
Maar die avond brak hij en ging weer opnieuw naar Jezus.
Vele jongens storten in tranen uit en kwamen opnieuw tot God.
Het meest aparte was de getuigenis op de site dat was de vrouw achter het raam.
Het andere wat er gebeurde met mij terwijl ik in tongen bidden en liep door straten voelde ik dat Jezus bij mij was.
De richting werd door God geregeld ik voelde dat ik dan weer links dan weer recht moest lopen op een avond.
Het was koud en mistig en de straat lantaren schenen niet goed door op de straten door de dicht mist.
Zeer gevaarlijke situatie om gasten te gaan zoeken en ging alleen.
Roy was er nooit blij mee omdat hij het te gevaarlijk vond maar ik zei altijd ga maar bidden want ik moet dit doen.
Dus op die ene avond toen ik de zoveelste steeg had door gelopen in de mist en langs dealers liep en vrouw die hun lichaam verhuurde.
Daar stond een gedaante op de hoek van de straat ik moest van God naar hem toe lopen.
En het mooie was dat angst niet bij mij was maar God.
Jezus zei zeg tegen hem wat doe je hier.
Dat deed ik en zeg dat ik van hem hou.
En bid het zondaars gebed met hem.
Hij deed precies wat ik voeg en dit was zijn bekering op die ene bijzarre mistige avond in die donkere hoek van de steeg.
Halleluja hij was gered.
Ook een keer werdt ik aangereden en hoorde mijn botten tegen de auto bonken en het metaal van de auto kraken.
Ik rolde langs tegen de auto en bleef toch op mijn benen staan.
Heel veel mensen schrokken en ik riep ENGELEN en God had mij bewaard en ik kon weer verder het evangelie verkondigen Amen